Boh boh.
Weer een week voorbij en wát voor eentje. Deze week hing aan elkaar met oudercontacten, tandartsbezoekjes, afwassen, werken, logepedie en in de resterende vrije uurtjes stortten we ons in de zoektocht naar auto’s.
Dinsdag hadden we dus etentje op het werk, er waren leerlingen die Syrisch en Afgaans kookten, en daarvoor konden mensen zich inschrijven. Een mooie mix van mensen van het AZC en mensen uit Weert.De opkomst was gewéldig! Het eten zálig! Na de oudercontacten sjeesde ik er ook heen om te helpen waar ik kon. Het was prachtig. De hele avond deed ik alleen maar de afwas, maar dit was de béste teambuilding éver!
En ja dat auto-gedoe ja.
Vandaag kwam het éindelijk goed en vonden we een fijn karretje voor me. Mijn overleden peugeotje leverden we in en klaar: Wég knoop in mijn maag en hopelijk slaap ik weer eens ’s nachts..
Oh ja. En het was 1 april vandaag. De grappen van losse veters en dergelijke vlogen ons om de oren, maar toen opeens mijn telefoon ging en o-Mariet “belde” dat ons geplande etentje door ziekte niet door kon gaan, kwamen er dikke tranen. Grote Zoon had me snel door, de rest kon mijn 1-april-instink-grapje niet waarderen. Haha!
Dat etentje ging dus gelukkig wél door en maakte ik het geheel nog even flink spannend door mijn portemonnaie kwijt te raken. Met daarin álle pasjes die een mens kan hebben, paspoorten en zorgpakketten van het hele gezin, rijbewijs, bankpassen. Écht alles dus.
Ik belde de politie. Die konden me niet helpen.Ik belde de garage waar we de auto kochten: Gesloten. Damn!
Tot mijn lief tijdens het eten opeens zei: je had vanmiddag toch zo’n klein tasje bij je?! Ehhhh ja dus. En dát tasje bleek bij thuiskomst gewoon aan de kapstok te hangen. Inclusief de-met-alle-pasjes-portemonnaie…
Dat was een leuk 1-april grapje he?
Niet dan?..