Ik ben boos.
Boos en verdrietig.
Héél boos.
Boos, hoe de maatschappij harder en onmenselijker wordt.
Diep en dieptriest.
Hoe de ene rotte appel nog harder rot dan de andere.
Het steekt aan.
Ik walg er gewoon van.
Uiteindelijk wordt er iémand de dupe.
Die ène mooie glanzende granny.
Die zó zijn best heeft gedaan om er, nadat hij van de boom viel, er met veel butsen en deuken, tóch weer perféct en glanzend uit te zien.
Neem nou die ène glanzende granny.
Zónder pardon of enige schroom werd ie de compostbak in gesmeten.
Eeuwig zonde.
Zonde en onbegrijpelijk.
Wazige taal.
Ik weet het.
Maar ík ben t kwijt.
Dank jullie wel voor t luisteren..
…Gelukkig wist kleine B vandaag zelfs bij de de meest chagrijnige en norse mensen een lach op hun gezicht te toveren.
En dat is mooi, al is t soms maar voor even…
en dan nu het echte verhaal…