Nou.
Zaterdag was heldendag.
R was naar de scouting en éindelijk wapperde de vlag bij de molen in ut durp!
Wat dus zeggen wil: hij was open!
Dus hupste ik er met B in de wandelwagen naartoe terwijl O’tje mijn hand vasthield.
jaaaa! De wieken draaien riep het jochie blij.
Ik vind het toch wel een bijzonder iets, zo’n molen…
Maar jeetje oéf, wát een gevaarte joh!
We wilden dolgraag naar boven, dus O’tje voorop en ik met B op mijn arm de trap op…
o jeeee! wát een enge, hoge, wiebeltrap was dat!
O bleef wachten terwijl ik B weer veilig in zijn wandelwagen zette.
Maar ohhhh wát een hoogtevrees heb ik tegenwoordig toch.
hoooooi! riep ik naar de molenaar en meteen erachteraan:
we zijn er, maar u gaat mij vást vertellen hoe ik hier in gódsnaam weer naar beneden ga komen!
Écht.
Ik was doodsbang!
En O’tje voelde dat zo heerlijk haarfijn aan.
Altijd leuk dat soort momenten…
Maar:
Het is gelukt!
We staan weer met beide benen op de grond!
Pfieuw!
Verder aten we grappige eitjes..
En werd de lunsj wel op een bijzondere manier geserveerd…
Ondertussen was mijn buik veranderd in een of ander pruttelstation.
Maar uiteindelijk konden we tóch gezellig met vrienden uiteten in dit gezellige restaurant.
Het was denk ik wel 13 jaar geleden dat we daar waren.
Zó leuk. En zóveel te kijken…
Het was een súpergezellige avond!
Oooo ja, zo’n molentrap… pfoe, dat is echt steil enzo.
Wat leuk met Willeke. Jammer van jullie pruttelbuikjes. Gelukkig weer over nu toch?