Vandaag deed ik maar een poging om ’t huis een beetje te ontdoen van alle confetti, rond dwarrelende blonde pruikharen én hing ook bij ons de vastelaoveswas buiten.
Wát een heerlijk lente-weertje.
Ik kreeg spontaan zin om te fietsen.
Ja.
En dan heb je zo’n práchtige bakfiets, maar dan kun je opeens dat ene bandje niet meer vinden waarmee je je baby in de babyschaal vastmaakt…
Ieniemienie dingetje maar, maar érg belangrijk.
Dus klom ik de hoge ladder omhoog met gevaar voor eigen leven en trok het fietsstoeltje van de zolder.
Deze monteerde ik gauw op het stuur van mijn fietske en daar gingen we.
Ruben op zijn eigen fiets en ik met B voorop en O’tje achterop.
En wat was het zálig!
Fietsen met de kiendjes is 1 van de dingen waar een mens intens gelukkig van kan worden.
We zagen hertjes….
En kleine B kletste erop los..
Terwijl O’tje zijn hele liedjesrepertoire uit de kast trok…
We kwamen bij een insectenhotel…
En er stond een meter voor de hoogte van het grondwater.
Ja.
En dat allemaal slechts 1 durp verder.
Ach wat wonen we toch heerlijk hier!
Even uitrusten omdat we pijn aan onze billen hadden..;-)
En op de terugweg even aanbellen bij Ruben zijn nieuwe buurjongen-vriendje.
Tja en toen werd ik weer instant gelukkig van het heerlijke geluid van lachende, buitenspelende kiendjes …..
Heerlijk genieten van en voor je “buitenkinderen”
Wat heerlijk!