Al wéken, wat zeg ik, máánden zat ie er tegenaan te hikken.
Hét volgende bandje.
Het rode bandje.
Hij moest alleen nog oefenen met het op zijn rug zwemmen…
Keer op keer weer.
Écht niet grappig meer en hij werd minder en minder gemotiveerd natuurlijk.
Vorige week sprak de zwemleraar de woorden: als hij volgende week nét zo goed zwemt, dán….
Ik zuchtte nog maar eens en lachte maar een beetje.
Zijn status bleef hierop staan:
Vanmiddag haalde ik Ruben uit school.
En jeuj!
Hij was weer eens geschminkt.
Áltijd leuk als we meteen door moeten naar de zwemles..
Maar goed.
Hij deed echt stinkend goed zijn best vandaag en ja hoor: dáár waren de magische woorden: Ruben , wil je na de les even bij me komen?
Hij was zó trots!
Én terecht!
Daar was het rode bandje eindelijk !
En zoals beloofd: áls hij een bandje zou hebben verdiend, dán zouden wij bij Mc Donalds gaan eten!
En dát was feest natuurlijk..
Heel goed, Ruben.
Jeuh!
Yep yep en auch nog friet ! ! !
Goed gedaan man!!
zelfs zijn shirt had al de goeie kleur! Goed gedaan Ruben!!
Hulde!!