08-01-2009 13:00
Mag ik alsjeblieft terug naar bed en deze dag nog een keertje overdoen?
Zo verheugde ik me gisteren al op mijn date met S. en wondertje D.
Zo stond ik vanmorgen 2 uur langs de A2 met 2 halvolle/halflege banden!
G*dver-de-g*dver!
Vriendjelief had vanmorgen het eerste gedeelte test-gereden en zei me dat ik
met een gerust hart dat ik veilig op weg naar Maastricht kon.
En gelukkig was dat ook wel zo.
Tót ik op de snelweg reed.
Ik voelde de auto gewoon slibber-de-slibberen en niet van de gladheid!
net of ik geen controle erover had. Tijdens het inhalen van een vrachtwagen
klopte mijn hart als een bezetene in mijn keel.
Ik moet eraf! schoot het door mijn hoofd. En vrij vlak na die angst-gedachte maakte ik de afslag naar rechts en kwam terecht op de parkeerplaats van een tankstation.
Ik begon gewoon van schrik te huilen, zó bang was ik.
In paniek belde ik Paul(die natuurlijk weer in een bespreking zat), die belde
al snel terug en kwam naar me toe.
Met enige halsbrekende toeren door achteruit tegen de richting in te rijden, kwamen we bij de lucht-pomp. Een last viel van m’n schouders…tot Paul op ’t raampje tikte…niks…sneeuw-bevroren-kreeg in ieder geval géén lucht in de banden. En daarvoor waren we per slot van rekening dáár!
Grrrrrrmpf!
Toen naar lucht-ding nummer 2: ook dood!
De laatste hoop op nummer 3: maar helaas!! morsdood!
Nou fraai is dat!
Ik was bijna woedend het pompstation binnen gevlogen, maar voelde me al een zielig klein vogeltje.
Mét kind. Laten we die vooral niet vergeten, want hij zat gewoon braaf in z’n stoeltje…en ging toen natuurlijk huilen…zul je áltijd zien!
Maar goed, Paul liet me de ANWB bellen en die zouden proberen binnen 60 minuten ter plaatse te zijn, zo kon hij weer terug naar zijn werk.
…Minimaal 60 minuten mét huilend kind van bijna 1 in een auto, da’s geen lolletje kan ik zeggen.
Met nog een stijve nekspier van de achteruit-rij-toeren, probeerde ik zoonlief
een uur lang te vermaken met álles wat er in een auto aanwezig is…
Je kunt het zo gek niet bedenken of hij zat er met z’n tengels aan.
Ik hoor je nu denken: hoe kan ie nou overal aanzitten als ie in zijn stoeltje zit?
Nou..tot overmaat van ramp was zowel zijn rompertje, maillot als broek
hartstikke nat.
Dus toen moest ie er wel even uit…en wilde daarna natuurlijk niet meer terug.
Hij vermaakte zich met alle knopjes en frutsels die een auto maar kan bevatten totdat de ANWB-meneer arriveerde.

Ik zag de kleine gele vlek, steeds groter worden en dus dichterbij komen..
Mijn hart maakte een sprongetje.
Ik propte Ruub snel in z’n stoeltje, deed m’n sjaal om en stapte uit.
Ik heb hem nog nèt niet gekust, die vriendelijke meneer, maar dat scheelde
niet veel. Hij pompte mijn bandjes nokkevol met kersverse lucht, waardoor
de auto weer behoorlijk de hoogte in schoot.
Mijn helmenafspraak had ik intussen maar afgebeld.
Daarvoor was ik al ruim te laat en had ik al helemaal geen puf meer voor.
Dus S. en wondertje D. heb ik helaas ook niet gezien.
Ik wilde alleen maar naar huis.
En toen ik de sleutel in het slot stak en de deurklink van ons fijne huisje beetpakte, toen kwamen de tranen weer.
Gewoon van opluchting.
En ze bleven maar lopen terwijl ik Ruben in zijn bedje legde.
Wát ben ik blij dat ik ‘m daar gewoon weer in kon leggen en we weer veilig
thuis zijn!
Dus, zoals je begrijpt zou ik het liefst ook mijn bed in willen kruipen en dan
wakker worden en dan is het gewoon nog een keertje donderdag, goed?
Maar ja, ik kán niet naar bed, want ik moet nog zóveel doen.
Nog een feestje voorbereiden, uitpuzzelen wáár de slingers komen en tellen hoeveel ballonnen ik moet opblazen en uitdeelzakjes maken en…en…en…
té druk dus…dus ik ga maar eens proberen om mezelf van de bank sjorren…
Reacties